Persbericht

Een gekende en verwachte inspanning voor 2019

De federale minister van Begroting, Sophie Wilmès, heeft kennis genomen van het rapport van het Monitoringcomité1 voor de voorbereiding van de initiële begroting voor 2019. Dit rapport geeft de aanzet voor het begrotingsconclaaf van deze zomer. De inspanningen voor volgend jaar worden geraamd op 2,6 miljard euro, gelet op de doelstellingen. Voor 2019 wordt het nominale tekort bij ongewijzigd beleid geschat op -1,26% van het bbp (-3,1% in 2014). Het structurele tekort op -1,13% (-2,9% in 2014). De minister van Begroting geeft een eerste analyse van het rapport van het Monitoringcomité:
 
"De geschatte inspanning door het Monitoringcomité komt overeen met het geplande traject en zoals reeds in 2017 aangekondigd door de regering in haar meerjarenbegrotingen. De ramingen van het tekort op het nominale saldo komen dus globaal genomen, overeen met hetgeen verwacht werd."
 
Over de oorzaken van de verslechtering van het begrotingstraject bij ongewijzigd beleid tussen 2018-2019 brengt de minister drie aandachtspunten naar voor. "Zoals het afgelopen jaar verschillende keren werd verduidelijkt, is dit voornamelijk een echo-effect van 1,4 miljard euro na de definitieve vaststelling van de autonomiefactor in 2018. De voortzetting van de taxshift heeft ook invloed op ons traject. Het is een bewuste keuze van deze regering, die dus extra 1,5 miljard euro aan koopkracht voor de werknemers oplevert. De laagste inkomens zullen hun nettoloon zien stijgen met iets minder dan €150, per maand, vergeleken met aan het begin van de legislatuur. Tegelijkertijd zal de verlaging van het faciaal tarief van 25% voor de werkgeversbijdragen meer werknemers meezitten in 2019. Ten slotte is er een stijging van de primaire uitgaven - € 1,4 miljard - voornamelijk als gevolg van de indexatie en volume-effecten bij de pensioenen (429) en sociale integratie (136); maar ook een verhoging van de toewijzing aan de regio’s (403)." Na de publicatie van de conclusies van het Monitoringcomité zullen verschillende werkgroepen worden opgericht om dit rapport lijn per lijn te analyseren en de nodige opmerkingen te formuleren, zoals gewoonlijk. "Uiteindelijk is het aan de regering om de middelen vast te leggen om haar doelstellingen te bereiken", herinnert minister Sophie Wilmès eraan.
 
"Onze wil om de tekorten en schulden van ons land te verminderen, blijft intact terwijl we blijven inzetten op het creëren van jobs. Als bewijs hiervan, neigen de belangrijkste begrotingsindicatoren terug naar de resultaten die werden behaald in de jaren vóór de crisis.”