Balans van de regering-Michel: een tekort gedeeld door 3/4 in vier jaar
Eerste Minister, Charles Michel, en de Minister van Begroting, Sophie Wilmès, hebben op donderdag de begrotingscijfers voor 2018 ontvangen: het nominale tekort vertegenwoordigde 0,79% van het BBP in 2018, terwijl het aan het begin van de legislatuur -3,1% bedroeg. "Concreet betekent dit, dat het tekort in vier jaar met drie vierde is verlaagd", onderstrepen de Premier en de Minister van Begroting. Het structurele tekort bedraagt -0,79% van het BBP in 2018.
"Zo’n prestatie heeft België in de laatste tien jaar niet meer neergezet, met andere woorden de periode vóór de bankencrisis." verduidelijkt de Eerste Minister. "Deze sanering komt tot uiting in de drastische vermindering van ons nominale tekort, in de daling van onze schuld - terwijl deze sinds 2008 gestaag was toegenomen - en in de daling van onze uitgaven"
Tezelfdertijd schetst de Minister van Begroting de budgettaire context van de afgelopen legislatuur: “het was niet bij voorbaat gewonnen; gezien 2016 op budgettair vlak een “verloren” jaar was omdat we een antwoord hebben moeten bieden op de noodwendigheden inzake veiligheid en migratie.”
Met deze laatste cijfers over 2018 wordt dus definitief de realiteit van de begrotingssanering bevestigd. ”Het is grappig om de linkse partijen in de oppositie te horen zeggen dat, enerzijds, de regering-Michel een in België nooit geziene bezuinigingspolitiek heeft gevoerd en, anderzijds, te horen verklaren dat de vermindering van het tekort niet reëel is. Op een zeker ogenblik moet men weten op welke stoel men wil zitten.”
Tot slot wil minister Wilmès eraan herinneren dat de begrotingssanering gepaard ging met een algemene verlaging van de fiscale druk.
“Als men het eerder geleverde werk bekijkt, dan stelt men vast dat elke verlaging van het tekort gepaard ging met een belangrijke verhoging van de taksen”, besluit Sophie Wilmès. “Met de MR aan het roer is het een sanering met een fiscale druk die vermindert. Dat is bewezen. En dat heeft ons toegelaten meer koopkracht te geven aan de gezinnen. Het volstaat om te kijken naar de cijfers van het reëel beschikbaar inkomen: +1,8% in 2018 en tot +1,9% in 2019. Tijdens de vorige legislatuur was deze indicator negatief of net boven nul. Het mag gezegd worden: een liberale regering, dat is minder belastingen voor meer koopkracht.”
Alexander De Croo, vicepremier en minister van Financiën: “De federale regering heeft het voorbije jaar opnieuw een belangrijke stap gezet richting budget in evenwicht. De sterke jobcreatie ondersteunt de goede cijfers. Om de begroting verder gezond te maken is het belangrijk dat we ook de volgende jaren blijven inzetten op meer jobs en meer groei. Dat zijn de beste recepten voor een begroting in evenwicht. Meer mensen die werken zijn minder uitkeringen en meer schouders onder onze welvaart.”
In budget 2018 volgen de bijdragen aan de sociale zekerheid de vooropgestelde koers. “De vermindering van de sociale lasten voor werkgevers vertaalt zich ook in de cijfers. Dit wordt gecompenseerd door de effecten van jobcreatie. Dit was de bedoeling van onze tax shift”, licht minister van Sociale Zaken Maggie De Block toe.
De hogere tewerkstelling is ook zichtbaar langs uitgavenzijde van de sociale zekerheid. Hier valt een daling van 142 miljoen op te tekenen in de uitkeringen voor werkzoekenden. ”Hoe meer mensen aan het werk, hoe beter dit is voor de draagkracht van onze sociale zekerheid”, vertelt minister De Block. De generatie babyboomers gaan met pensioen en dit is in 2018 opnieuw zichtbaar in de begroting. De uitgaven van de pensioenen stijgen met 96 miljoen euro.