Persbericht
2 september 2019
Gezien de toekomstige budgettaire uitdagingen is het hoog tijd voor de vorming van een federale regering
Op vraag van de federale regering en om de budgettaire toestand bij ongewijzigd beleid te objectiveren, heeft het Monitoringcomité nieuwe vooruitzichten gepubliceerd op basis van alle gegevens in zijn bezit, afkomstig uit de verschillende administraties. Eind juli ging de voorgaande projectie enkel over het jaar 2019. Nu heeft het Monitoringcomité ook het tekort voor het jaar 2020 alsook de periode 2021-2024 kunnen inschatten. Federaal minister van Begroting Sophie Wilmès heeft hier kennis van genomen.
Bij verwijzing naar de cijfers van het Monitoringcomité, zou het structurele tekort van België opnieuw stijgen tot -2,11% in 2020, ofwel 10 miljard euro. Deze stijging zou zich in de loop van de tijd voortzetten - ondanks een stilstand in 2022 - om tot -2,47% te stijgen in 2024, ofwel 13,2 miljard euro. Wat het structurele tekort van Entiteit 1 (federale Staat en Sociale zekerheid) betreft, zou dit in 2020 -1,81% of 8,6 miljard euro bedragen. Tegen 2024 zou dit uitkomen op -2,12% (of 11,3 miljard euro).
Ter herinnering, het Belgische structurele tekort is tussen 2014 en 2018 aanzienlijk gedaald van -2,8% tot -1,2% van het bbp.
Minister Wilmès verklaart: "deze hypothesen zijn uitgewerkt bij ongewijzigd beleid. De schattingen voor 2024 gaan er met andere woorden van uit dat er geen enkel nieuw initiatief zou genomen worden bij de volgende legislatuur, wat zeer onwaarschijnlijk is. Niettemin zijn deze lange termijnprojecties erg nuttig omdat ze ons in staat stellen de budgettaire realiteit van ons land beter te begrijpen. Toegegeven, deze cijfers zijn iets beter dan de vooruitzichten van het Federaal Planbureau. Desondanks blijft de constatering dezelfde: ons land zal de komende jaren met belangrijke budgettaire uitdagingen worden geconfronteerd; vooral die in verband met de vergrijzing."
De budgettaire verslechtering bij ongewijzigd beleid wordt ook verklaard door de neerwaartse herziening van de groeihypothesen in verband met de economische onzekerheden (Brexit, handelsoorlog, enz.) alsook nieuwe effecten op de sociale uitgaven voor pensioenen en ziekte-en invaliditeitsverzekeringen. Zoals opgemerkt door de auteurs van het rapport, zouden de uitkeringsuitgaven voor het RIZIV tussen 2020 en 2024 met 23,9% stijgen, terwijl de pensioenuitgaven met 22,6% zouden stijgen. Alleen al deze twee posten zijn goed voor een toename van bijna 9 miljard in de volgende legislatuur en dit enkel voor het werknemersstelsel.
Volgens Sophie Wilmès is de boodschap van deze cijfers naar de politieke wereld toe dubbel: “Eerst, ook al hebben de economisch rustigere periode en de door de vorige regering genomen maatregelen het mogelijk gemaakt om de tekorten aanzienlijk in te perken, blijft de toekomst onzeker. Tussen al die ‘urgenties’ die vandaag in het nieuws staan, zal zeer binnenkort de socio-economische en budgettaire hoogdringendheid zich opdringen. Enkel een beleid voor het verminderen van tekorten op lange termijn, gekoppeld aan een heropstart van de strategische investeringen, is leefbaar voor ons land. Het is dus meer dan ooit noodzakelijk om snel werk te maken van de vorming van een nieuwe federale regering om de reeds geboekte resultaten niet in het gedrang te brengen, maar ook en vooral om de uitdagingen waar we tegenover staan het hoofd te kunnen bieden.”